Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want zij, [75]zeer opgeblazene ijdelheid sprekende, verlokken, [76]door de begeerlijkheden des vleses [en] door [77]ontuchtigheden, degenen, die [78]waarlijk ontvloden waren van degenen, die in dwaling wandelen; 75. Grieks zeer opgeblazene dingen der ijdelheid; dat is, hun valse en ijdele leer met grote opgeblazenheid stout voorstellende. 76. Grieks in; gelijk ook in vs.19. 77. Of dartelheden, geiligheden. 78. Dat is, die nu de kennis der rechte waarheid inderdaad hadden. Anderen lezen voor ontoos, dat is, waarlijk, oligon, dat is, een weinig.